Nicole (57) geeft al 37 jaar les aan kinderen in groep 1 en 2. Ze heeft op scholen over de hele wereld gewerkt en geeft nu les op een lokale basisschool in Maasland. Hier ziet ze soms kinderen die thuis geldproblemen hebben. Nicole: “Het is belangrijk om snel te helpen.”
“Ik vind lesgeven aan jonge kinderen het mooiste wat er is. Je staat aan het begin van iemands leven en leert ze lessen die ze voor altijd meenemen. Ook kan ik kinderen helpen die het thuis minder goed hebben. Zodat ze weer mee kunnen doen en trots zijn op zichzelf.”
“Je ziet het aan de kleine dingen. Als een kind al vier dagen hetzelfde T-shirt draagt. Of als een kind op het laatste moment toch niet op een partijtje kan komen, omdat er geen geld is voor een cadeautje. Of als het lunchpakketje steeds bestaat uit twee witte boterhammen met jam. Dan is er een grote kans dat dit uit een voedselpakket komt.”
“Zeker, armoede is overal. Maar het helpt dat Maasland een klein dorp is waar mensen elkaar goed kennen. Hier zie je dat er veel hulp vanuit de omgeving komt. Ouders geven bijvoorbeeld een winterjas van hun kinderen door aan een kind dat het nodig heeft. Of mensen doen boodschappen voor elkaar. Ik denk dat dit in de grote stad anders is en dat leerkrachten daar een nog belangrijkere rol spelen.”
“Leerkrachten zien vaak als eerste dat er iets is. Zij kunnen ouders helpen om zich aan te melden voor steun. Omdat ouders zich vaak schamen, is dit soms lastig. Op een ouderavond breng ik dit voorzichtig onder de aandacht. Ik vertel dat we kunnen ondersteunen als iemand hulp nodig heeft. En dat we vertrouwelijk met de situatie omgaan.”
“Ik heb bijvoorbeeld een jongen uit mijn klas aangemeld bij het Jeugdfonds Sport & Cultuur, onderdeel van ‘Samen voor alle kinderen’. Bij hem thuis is er niet zoveel geld, maar hij kan enorm goed voetballen. Het is geweldig om te zien hoe hij aan het stralen is als hij met klasgenootjes voetbalt op het schoolplein. En het geeft een kettingreactie: zijn ouders geven tips aan andere ouders die ook financiële hulp kunnen gebruiken. Dit vind ik heel mooi om te zien.”
“Ja, al lijkt het in Maasland nog mee te vallen. Je merkt wel dat ouders ineens hun kinderen vaker op komen halen, omdat ze geen werk meer hebben. Of dat kinderen juist vaker overblijven omdat allebei de ouders moeten werken. Ook zag ik sommige kinderen ineens niet meer omdat we online les moesten geven. Voor de kinderen die geen goede wifi of een goede laptop hebben, was het lastig om mee te komen. Gelukkig waren wij er als school snel bij en hebben we direct zelf hulpmiddelen in kunnen zetten. Maar de situatie heeft veel armoede blootgelegd. En dat is op zich een goede ontwikkeling. Maar we moeten het wel nu aanpakken.”
“Als je ziet dat een kind te weinig eten heeft, geef je al snel je eigen boterham. En je helpt de ouders met de mogelijkheden. Of je nu een leerkracht of een buurman bent: je kunt helpen om de kinderen en hun ouders aan te melden bij een coach van de gemeente. Of ze doorverwijzen naar de website van Sam&. Er is hulp om een fiets of een goede laptop te krijgen. De Voorleesexpres kan langskomen om kinderen te helpen met de Nederlandse taal. En Stichting Jarige Job – waar ik nu 5 jaar ambassadeur ben – zorgt dat een kind zich echt jarig kan voelen. Een kind zei laatst vol trots tegen me: ‘je bent echt super-jarig met de Jarige-Job-doos, er zit zóveel in!’.”
“Het allerbelangrijkste is dat kinderen mee kunnen doen. Dat ze trots kunnen zijn. Dat ze een compliment krijgen als ze een nieuw glittertruitje aan hebben. Hoe mooi is het als ze kunnen vertellen dat ze naar voetbaltraining zijn geweest. En dan op het schoolplein kunnen laten zien wat ze kunnen. Ze horen er dan gewoon bij en dat is heel belangrijk.”