Saïd’s ouders kwamen vijftig jaar geleden vanuit Marokko naar Nederland. ‘Ze zijn destijds, net als zoveel gastarbeiders, hierheen gekomen om een betere toekomst op te bouwen’, vertelt Saïd. Zijn ouders hadden een pittige taak: naast het voeden van hun tien kinderen, moesten ze ook de familie in Marokko onderhouden. De vader van Saïd besluit daarom dubbele diensten te gaan draaien. ‘Er moest brood op de plank komen, dat was de enige prioriteit. Er bleef geen geld over voor nieuwe kleding of een sportclub. Het was echt overleven’, benadrukt hij.
Met de kennis van nu, weet Saïd dat hij in armoede is opgegroeid: ‘Armoede is niet alleen dat je geen dak boven je hoofd hebt, maar ook het gebrek aan keuzes. Ik had als kind niet de keuze om nieuwe kleding te kopen, met vrienden mee te gaan naar het zwembad of lid te worden van een voetbalclub. Officieel was ik vroeger dus arm.’ Dat Saïd zich als kind nooit arm voelde, heeft hij aan zijn ouders te danken: ‘Mijn ouders zijn altijd creatief met de situatie omgesprongen. Als anderen dus naar het zwembad gingen, dan gingen wij naar het strand. Dat was gratis én minstens net zo leuk!’
Toch doet de situatie van zijn ouders Saïd al vroeg inzien, dat hij hard zal moeten werken om een betere toekomst op te bouwen: ‘Ik besefte mij dondersgoed waar mijn ouders vandaan kwamen en wat ze voor mij opofferden. Volgens de statistieken stond ik al 5-0 achter, maar dit motiveerde mij juist om extra mijn best te doen op school. Ik wilde mijn ouders echt trots maken.’
Wanneer Saïd dertien is, gaat zijn zus studeren. Tijdens haar studie stuit ze op het Jeugdfonds Sport en Cultuur. Ze weet hoe graag Saïd, net als zijn vrienden, bij een voetbalclub wilt en dus schrijft ze hem in. De aanvraag wordt goedgekeurd. Het Jeugdfonds besluit de jaarlijkse contributie te betalen. Achteraf blijkt dit Saïd’s gouden ticket. Gewapend met een cadeaubon van het fonds gaat Saïd naar de winkel om zijn eerste voetbalschoenen te kopen. Hij herinnert zich dit nog goed: ‘Ik kocht dezelfde voetbalschoenen als de Braziliaan Ronaldo.’
Bij zijn eerste veldvoetbalclub – RCS – leert Saïd veel meer dan alleen voetballen: ‘Eindelijk kon ik ook echt meedoen. Dat was misschien nog wel belangrijker voor mij dan de sport zelf.’ Aan het begin moest hij wel wennen, zegt hij lachend: ‘Ineens waren er regels waar ik mij aan moest houden, ik moest op tijd komen voor de training en kon niet bij elke overtreding in discussie gaan.’ Saïd blijkt talent te hebben en schuift al snel door naar een hoger team. Op zijn zestiende ontdekt hij het zaalvoetbal. Dan gaat alles ineens heel snel en wordt Saïd gescout.
Inmiddels is Saïd dertig jaar en uitgegroeid tot een zaalvoetbalinternational met vijftig interlands op zijn naam. Zijn leven ziet er nu, bijna vijftien jaar later, totaal anders uit. Samen met het Nederlands elftal vliegt hij de hele wereld over voor grote toernooien. ‘Ik heb onder contract gestaan bij clubs in Indonesië en België, heb in de Champions League en de Europa League gespeeld en ben daarvoor in veel verschillende landen geweest. Dat had ik nooit durven dromen!’ In Indonesië – waar zaalvoetbal groot is – tekent Saïd zelfs een contract met een sportmerk: ‘Daar waar ik vroeger mijn scheenbeschermers deelde met mijn oudere broers, kan ik nu zelf aangeven welke sportspullen ik wil ontvangen. Het is een wereld van verschil’ roept Saïd lachend.
Terwijl Saïd behendig de bal hooghoudt, op het pleintje waar het voor hem allemaal begon, benadrukt hij hoe bepalend zijn jeugd is geweest: ‘Wanneer je in armoede opgroeit, heb je te maken met vooroordelen. Hierdoor wordt je gedwongen vijf stappen extra te zetten om hetzelfde als anderen te bereiken. Dit heeft mij gevormd, ervoor gezorgd dat ik creatiever en sterker ben geworden. In die zin ben ik er ook trots op dat ik in armoede ben opgegroeid.’ Als intermediair voor Jeugdfonds Sport en Cultuur – een van de organisaties aangesloten bij Sam& voor alle kinderen – komt Saïd regelmatig kinderen tegen waarin hij zichzelf herkent. Juist tegen deze kinderen vertelt hij, dat ook zij alles kunnen bereiken: ‘De kansen liggen in Nederland voor het oprapen. Het enige wat jij moet doen, is deze kansen met beide handen aangrijpen en er echt voor gaan!’
Dit interview maakt onderdeel uit van de reeks verhalen in het kader van de Vriendenloterij Bingo.